Maandag 18 november jongstleden vond een opmerkelijke gebeurtenis plaats bij de Raad van State. Vier artsen, waaronder huisarts Rob Elens en bedrijfsarts Alexander van Walraven, stonden centraal in een juridische strijd over het voorschrijven van off-label medicatie.

De opkomst van sympathisanten en de levendige discussie over de interpretatie van artikel 68 van de Geneesmiddelenwet maakten de dag memorabel.

Een warm onthaal voor de artsen

Voor de ingang van de Raad van State trof ik een aantal demonstranten aan met een groot doek waarop hulde werd gebracht aan de levensreddende artsen.

Binnen werd de sfeer nog indrukwekkender: de publieke belangstelling was zó groot dat de zitting naar de grootste zaal moest worden verplaatst, waar zelfs extra stoelen nodig waren.

Ik zag kans om namens de meer dan 21.000 ondertekenaars van de petitie aan minister Fleur Agema, huisarts Rob Elens en bedrijfsarts Alexander van Walraven hartelijk steun toe te wensen, met de hoop dat de rechtszaak tegen hen wordt ingetrokken.

De artsen, die al maanden onder druk staan, gaven aan zich enorm bemoedigd te voelen door de petitie en het bijzonder grote aantal ondertekenaars.

De minister kon zich duidelijk niet verheugen in steun van belangstellenden. Zij was overigens niet persoonlijk aanwezig, maar zij, het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), die boetes aan de artsen heeft opgelegd, werden vertegenwoordigd door advocaten.

Van dat laatste orgaan waren ook inspecteurs aanwezig. Hun positie: het verdedigen van de opgelegde boetes aan de artsen.

Het Juridische Twistpunt: Artikel 68

De kern van de zaak betrof artikel 68, lid 1 van de Geneesmiddelenwet, dat bepaalt dat artsen buiten de geregistreerde indicaties geneesmiddelen mogen voorschrijven, mits dit gebeurt volgens protocollen of standaarden binnen de beroepsgroep.

Volgens de artsen en hun advocaten biedt deze wetstekst ruimte voor interpretatie, waardoor de boetes onterecht zijn. Lokale rechters hebben in eerdere zaken tegen verschillende artsen namelijk uiteenlopende uitspraken gedaan, wat de onduidelijkheid van de wet onderstreept.

Belangrijke vragen werden tijdens de zitting geanalyseerd: Wat valt onder “de beroepsgroep”? Is dat exclusief het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG), dat de middelen Hydroxychloroquine en Ivermectine afraadde? Of kunnen andere groepen huisartsen met afwijkende inzichten ook als een beroepsgroep worden gezien?

Huisarts Elens en de ‘Oorlogssituatie’

Huisarts Rob Elens verdedigde zijn besluit om in een crisissituatie, waarin patiënten stierven en wetenschappelijk onderzoek nog niet volledig was afgerond, off-label medicatie voor te schrijven.

Huisarts Rob Elens. Verheugd over de steun van vele ondertekenaars.

Zijn aanpak werd ondersteund door medicijndeskundige Dick Bijl, die stelde dat Hydroxychloroquine aanzienlijk minder risicovol is dan veel andere veelgebruikte geneesmiddelen, zoals Paracetamol.

De aanpak van Elens stond in schril contrast met de houding van de IGJ, die, aangejaagd door minister Hugo de Jonge hem en zijn collega’s een boete oplegde.

Bijl gaf aan dat het opvallend is, dat de inspectie eerder nooit heeft opgetreden tegen andere risicovolle medicijnen die in omstreden situaties, zelfs aan kinderen, worden voorgeschreven, zoals bijvoorbeeld Ritalin bij ADHD

Bedrijfsarts van Walraven: Patiënt centraal

Bedrijfsarts Alexander van Walraven benadrukte dat hij altijd in het belang van zijn patiënten handelde en nooit bewust tegen richtlijnen van het NHG of IGJ inging.

Hij wees op de duizenden patiënten die door de artsen zijn geholpen en vroeg zich af hoeveel meer levens gered hadden kunnen worden als hun aanpak niet was ontmoedigd.

Bedrijfsarts Alexander van Walraven. Blij met de steun van de vele ondertekenaars

De toekomst van medische vrijheid

De zaak heeft een bredere discussie aangewakkerd over de rol van artsen in de zorg. Advocaten van de artsen benadrukten dat de minister moet aantonen waarom haar interpretatie van artikel 68 de enige juiste is. Zonder die duidelijkheid is het opleggen van boetes ongegrond.

De vertegenwoordiger van de minister wierp echter tegen: “Het is niet aan de individuele arts om te bepalen wat er gebeurt.” Deze uitspraak roept de vraag op of artsen in de toekomst nog ruimte hebben om behandelingen af te stemmen op de individuele patiënt, of slechts uitvoerders worden van centraal gereguleerd beleid.

Een beslissend moment

De zittingen bij de Raad van State markeren een belangrijk moment in het debat over medische vrijheid en interpretatie van de Geneesmiddelenwet. De uitspraak van de Raad zal niet alleen gevolgen hebben voor de betrokken artsen, maar ook voor de bredere vraag: kunnen mensen zoals jij en ik hun eigen keuzes op het gebied van gezondheid maken?

Naar verwachting volgt de uitspraak van de Raad van State op 30 december, tenzij ze daar langer nodig hebben dan de gebruikelijke termijn van zes weken. We hopen natuurlijk op vrijspraak.

Mochten de artsen alsnog veroordeeld worden, dan zal CitizenGO zich beraden op volgende stappen om deze artsen te blijven steunen.

Met hartelijke groet,

Marco Severiens en het hele CitizenGO-team

PS Artsen stonden terecht bij de Raad van State, vanwege het voorschrijven van off-label medicatie in coronatijd, waarbij veel patiënten genazen. Meer dan 23.000 bezorgde burgers hebben de petitie inmiddels ondertekend, waarin minister Agema wordt opgeroepen de rechtszaken in te trekken. De uitkomst van deze zaak zal belangrijke gevolgen hebben voor de medische vrijheid van ons allemaal.

Bron: https://citizengo.org/nl/fr/14309-minister-agema--stop-de-rechtszaak-tegen-huisartsen